27 september 2013 | Vorige maand hield een delegatie van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van de Tweede Kamer een werkbezoek aan Tanzania en Ethiopië. De delegatie wilde zich laten informeren over zowel projecten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking als de (bilaterale) handelsbetrekkingen en investeringsrelatie met deze landen.
Het bezoek aan scholen in Ethiopië, mede voorbereid door de lokale ngo Development Expertise Centre, Edukans en GCE-Nederland, liet voldoende gelegenheid tot gesprek met scholieren en studenten. Op de vraag van de woordvoerders over de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt, antwoordde een student : “Education is important for everyone. My grandfather was ploughing traditionally with very backward methods. My father followed my grandfather. He had no information about technology, to ease life in farming. I feel I am better than those days, because I can read and have good information. Especially for a country like Ethiopia which is underdeveloped and striving to development, education is key. Every machinery is performed in technological basis; many of the works need literate human power, education, knowledge have become essential rather than mere force and power. So, unlike my grandparents and my parents who were following the traditional and not effective type of farming techniques, now because of education, I will be able to develop and understand and develop skills and I can utilise modern machineries and be much productive”.
Drie studenten werden gevraagd naar hun toekomstplannen: “I want to be an engineer. Because my country Ethiopia is now in line of development and it needs much human power that can build lots of constructions, road and other infrastructures. Let me replace Chinese!”; “I want to be a doctor in my own clinic. I also want to contribute my part to have a healthy generation to the future, bright Ethiopia”; “I want to be a lawyer. Because I want to fight corruption. Wishing Good Governance!”.
Jasper van Dijk (SP), een van de delegatieleden, schrijft in Vice Versa naar aanleiding van zijn bezoek: “Tijdens het bezoek werd voor mij helder dat het regeringsbeleid doorslaat naar de promotie van Nederlandse bedrijven en dat dit ten koste gaat van ontwikkelingssamenwerking. Wat mij betreft vullen hulp en handel elkaar aan. Handel is mooi, maar het maakt geen eind aan de enorme armoede. Ontwikkelingssamenwerking is dan ook nodig voor scholing, gezondheidszorg en veiligheid. Als ontwikkelingshulp niet werkt, moet deze vanzelfsprekend worden stopgezet. Maar als hulp evident bijdraagt aan de bestrijding van armoede, ongeletterdheid en ziekte, dan is dat budget goed besteed.
Hulp dient tijdelijk te zijn en gericht op sociale en economische vooruitgang. Hulp zonder voorwaarden is gedoemd te mislukken; er moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de besteding van het geld. Geld geven aan scholen om maar te voldoen aan de Millenniumdoelen (“alle kinderen naar school”), heeft weinig zin als er geen les wordt gegeven omdat de leraren wegblijven”.
Het officiële verslag van het bezoek van de Kamerleden is nog niet beschikbaar.
→ Lees het verslag van Jasper van Dijk in Vice Versa