26 november 2013 | Vanaf 2014 dreigen grote tekorten voor de financiering van onderwijs in een groot aantal ontwikkelingslanden. Dat blijkt uit een recent rapport van het Global Partnership for Education.
(GPE) is een samenwerkingsverband van ontwikkelingslanden, donorlanden, maatschappelijke organisaties, VN-instellingen en bedrijfsleven. GPE financiert de uitbreiding en verbetering van het basisonderwijs in 58 ontwikkelingslanden, waarvan 28 oorlogslanden of fragiele staten. Het betreft landen waar de onderwijsachterstand het grootst is en externe financiële steun vooralsnog onmisbaar. Volgens het GPE-rapport ‘Results for Learning 2013’ daalde de onderwijssteun aan deze 58 landen tussen 2009 en 2011 met 14 procent. De vooruitzichten zijn echter nog somberder, want in dezelfde periode daalden de toezeggingen voor onderwijssteun (voor de komende jaren) zelfs met 36 procent!
Begrotingsdebat
Op de begroting voor 2014 voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, die deze week in de Tweede Kamer wordt behandeld, wordt de Nederlandse onderwijshulp met nog eens 70 miljoen euro afgebouwd. In 7 van de 9 (voormalige) partnerlanden waar Nederland zijn steun voor basisonderwijs beëindigt (Zambia, Burkina Faso, Bangladesh, Jemen, Pakistan, Mali, Uganda) is het Global Partnership for Education een belangrijke vervangende donor. Dat geldt overigens ook voor landen waar Nederland al eerder zijn onderwijssteun afbouwde, zoals Afghanistan, Ethiopië, Benin en Mozambique. Ook bij de bestrijding van moeder- en kindersterfte en het streven naar gelijke rechten van meisjes en vrouwen speelt het GPE een belangrijke rol, vanwege zijn specifieke aandacht voor onderwijs voor meisjes.
Nu al tekort van 400 miljoen
Het GPE heeft echter onvoldoende middelen om deze rol te blijven spelen. Voor de periode 2011-2014 ontving GPE bijna US $ 2 miljard van westerse donorlanden en instellingen; maar alleen al 2013 vroegen ontwikkelingslanden voor US $ 1,3 miljard aan onderwijssteun aan. Voor 2014 wordt het tekort al geschat op zo’n US $ 400 miljoen.
Risico voor Millenniumdoelen
De afgelopen tien jaar zijn de meeste ontwikkelingslanden zelf meer gaan investeren in hun onderwijsstelsel. De toename van nationale investeringen kan de sterke daling van internationale onderwijshulp echter niet compenseren. Hoewel het uiteindelijke doel is dat elk land zijn eigen onderwijs financiert, blijft internationale steun voor onderwijs zeker voor de armste ontwikkelingslanden ook voor de komende jaren noodzakelijk. De afnemende belangstelling en steun van de internationale gemeenschap houdt nu al een groot risico in dat de Millenniumdoelstellingen op onderwijs niet worden gehaald.
Uur van de waarheid
Juni 2014 wordt het uur van de waarheid wat betreft internationale intenties en politieke wil om goed onderwijs voor iedereen te garanderen. Dan vindt vindt in Brussel de zogenaamde ‘Pledging Conference’ van het GPE plaats, waarbij nieuw geld moet worden gevonden om de onderwijssteun aan de armste landen de komende jaren te kunnen voortzetten.
Aansporen
De Nederlandse overheid voorziet voor zichzelf geen verdere bijdragen aan het GPE na 2014. In antwoord op Kamervragen zegde Minister Ploumen wel toe dat ‘het kabinet andere donoren die nog wel in (basis)onderwijs investeren zal blijven aansporen om de financiële steun te handhaven of te verhogen.’ Gezien de alarmerende trend uit het recente GPE-rapport is het de vraag wie de minister denkt te kunnen aansporen.
Ook al is onderwijs in ontwikkelingslanden op zich geen beleidsprioriteit meer van dit kabinet, dat ontslaat Nederland niet van de verantwoordelijkheid om te blijven bijdragen aan het realiseren van ieders recht op onderwijs, Millenniumdoelen 2 en 3.
In de aanloop naar het begrotingsdebat van deze week heeft GCE-Nederland de alarmerende cijfers uit het GPE-rapport onder de aandacht gebracht van de Tweede Kamer.
→ Download de belangrijkste conclusies
→ Kijk op de website van het GPE voor het rapport ‘Results for Learning 2013’